Coalitieakkoord 2018 - 2022

Algemeen

De budgettaire start was voor ons niet ruimhartig. Niettemin staan wij staan voor grote uitdagingen die moeten leiden tot scherpe financiële keuzes. Keuzes die op korte termijn geld kosten en pas op langere termijn geld opleveren. Denk aan het terugdringen van het aantal uitkeringen. De eerste € 24 mln. aan dergelijke besparingen leveren, in verband met de huidige vangnetregeling, geen voordeel op voor de gemeentebegroting. Niettemin maken we extra geld vrij om meer mensen uit de bijstand te krijgen.

De stad groeit, jaarlijks met zo’n 5.000 inwoners. Er zijn dus meer woningen en meer voorzieningen nodig. Een groeiende stad moet bereikbaar blijven. Wij willen tijdens deze periode plannen opstarten die de bereikbaarheid voor de middellange en lange termijn garanderen. Tot slot betreft ook de omvorming tot een duurzame en klimaatneutrale stad een grote financiële uitdaging.

Dit coalitieakkoord omvat diverse ombuigingen/bezuinigingen. De belangrijkste hiervan zijn:

• Een herstructurering van de welzijnsbudgetten, zodat meer geld beschikbaar gesteld wordt voor kleinschaligere en wijkgerichtere voorzieningen.
• Het schrappen van het plan voor de brug over de Pijp, het plan migratiemuseum en het vrijvallen van de risicoreserve statushouders.
• De verkoop van de voormalige Amerikaanse Ambassade, zodat een nieuwe eigenaar kan bijdragen aan de ontwikkeling en versterking van het Museumkwartier.
• Een efficiencybezuiniging op de gemeentelijke organisatie (onder andere stroomlijnen processen, inhuur, inkoop minder extern onderzoek, het vinden van combinatiemogelijkheden van functies in publieke-maatschappelijk vastgoed).
• Een taakstelling op het beleidsdeel binnen de programma’s.

De lokale lasten blijven laag. De OZB-opbrengsten groeien, naast een aanpassing als gevolg van inflatie, alleen door de groeiende stad. Wij vragen een extra bijdrage van € 1 per persoon per nacht aan de bezoekers van de stad, mede ter financiering van de hogere uitgaven in de toeristische branche. De hondenbelasting wordt met ingang van 2021 afgeschaft.

We gaan Eneco verkopen. Randvoorwaardelijk voor de verkoop zijn de eisen die aan de koper worden gesteld. Deze partij moet duurzaamheid en de energietransitie voldoende in de bestaande organisatie hebben geborgd en dit beleid in de toekomst verder doorzetten als eigenaar van Eneco. Om deze redenen zullen wij ons scharen bij de groep van aandeelhouders die voor een verkoop is.

Aanvullend hierop zullen we zelf zorgvuldig om moeten gaan met de opbrengst van de verkoop. De toekomstige opbrengst wordt gebruik voor investering op de volgende terreinen:
• 30% ten behoeve van een (grotendeels) revolverend energietransitiefonds;
• 50% ten behoeve van het verbeteren van duurzame mobiliteit (openbaar vervoer en fiets);
• 20% ten behoeve van gebiedsontwikkeling voor extra kwaliteit (zoals meer groen, hoogwaardige
kwaliteit openbare ruimte en betaalbare woningbouw).

Onze plannen leiden tot een sluitende meerjarige begroting tijdens deze periode. Een doorkijk naar het financiële beeld vanaf 2023 leert dat, ceteris paribus, er een licht structureel voordeel ontstaat. Hiermee kan de stad blijven rekenen op een solide financieel beleid.

De voornaamste financiële intensiveringen zijn:
• Extra middelen om mensen vanuit de bijstand aan het werk te krijgen, deze inspanningen
leiden naar verwachting vanaf 2022 tot financiële besparingen, middelen ter dekking van de tekorten van de Haeghegroep.
• Op het terrein van cultuur: de voortzetting van incidentele financiering diverse cultuurinstellingen,
de komst van het popmuseum RockArt, extra geld voorhet nieuwe Kunstenplan, projectsubsidies en amateurkunst en het heropenen van Bibliotheek Bouwlust.
• Op het terrein van mobiliteit: investeringen in verkeersoptimalisaties voor zowel auto, fiets
als OV, voor zowel middellange als langere termijn, extra geld voor verkeersveiligheid, voortzettingsubsidie voor de sloop van oude vervuilende personenauto’s (Subsidieregeling Oude Schicht).
• Op het terrein van onderwijs: meer geld voor onderwijshuisvesting, aanpak laaggeletterdheid en de opvang van rijksbezuinigingen onderwijsachterstandbeleid.
• Op het terrein van de openbare ruimte: extra geld voor vervanging van kunstwerken, extra handhavers, projectbegeleidingsmiddelen voor een mogelijke verplaatsing van de prostitutie, extra (straat)bomen en groen, meer openbare toiletten en oppakken achterstallig onderhoud openbare ruimte in diverse wijken.
• Op het terrein van sport: het versterken van het zwembad Zuiderpark met een buitenbad, het onderzoeken van realistiemogelijkheden van een athletic skills track en de financiering van het WK zeilen in 2020.
• Op het terrein van groei van de stad: financiering van de gebiedsontwikkeling en sociale woningbouw, inclusief mogelijke herhuisvesting van de Koninklijke Bibliotheek.
• Op het terrein van energietransitie en duurzaamheid: middelen vrijmaken voor projectbegeleiding, de oprichting van een revolverend energietransitiefonds en gelden voor het realiseren van duurzame en betaalbare warmte.
• Op het terrein van de mobiliteit: gelden vrijmaken voor middellange en lange termijn OV-oplossingen.
• Op het terrein van zorg en jeugd: het wegwerken van het ontstane tekort op de jeugdhulp, compensatie van de minima eigen bijdrage Wmo en de uitvoering van het initiatiefvoorstel “Niet vraguh”, en extra middelen voor de dak- en thuislozenopvang.
• Op het terrein van economie: structurele en incidentele versterking van het MKB, internationale groeisectoren, en dergelijke.
• Extra handhavers en middelen ter dekking van dringende knelpunten op het gebied van veiligheid.

Voor wat betreft de financiële spelregels hebben wij de volgende aanpassingen afgesproken.
1. Op het terrein van de subsidies en de deelnemingen zullen wij extra aandacht geven aan de transparantie, zowel financieel als ook qua inhoudelijke verantwoordingsinformatie.
2. We zullen komen met een nader voorstel om de begroting zo in te richten dat de extra programma’s genoemd in dit akkoord een duidelijke plek krijgen, zoals een apart programma voor de energietransitie. En het overhevelen van het programma De Kust Gezond van begrotingsprogramma 10 naar begrotingsprogramma 15.
3. De voordelen van het project Rotterdamsebaan worden tot een maximum van € 25 mln. verrekend met de gebiedsontwikkelingen Binckhorst & CID en voor het overig met REIS.
4. Met ingang van de begroting 2019 worden de recent gedecentraliseerde taken op het gebied van zorg, jeugd en participatie onderdeel van de areaalsystemetiek. Hiermee worden deze beleidsterreinen gecompenseerd als gevolg van de groei van de stad.
5. We willen de gebiedsontwikkeling meer integraal aansturen en daarop zullen we de beheerregels aanpassen, zodat de kosten en opbrengsten van projecten met de grondopbrengsten kunnen worden verrekend.